Vlaams minister van Volksgezondheid Jo Vandeurzen heeft de sterftecijfers van 2010 bekendgemaakt. Daaruit blijkt dat de kans dat Vlamingen overlijden aan een hart- of vaatziekte in 10 jaar tijd met liefst 25 procent is gedaald.

"Het loont de moeite om blijvend in te zetten op preventie en op kwaliteitsvolle geneeskunde", stelt Vandeurzen. "Omdat hart- en vaatziektes echter vooral bij ouderen voorkomen en het aantal ouderen toeneemt, blijft dit natuurlijk wel een grote groep."

Niet enkel het sterfterisico bij hart- en vaatziekten is gedaald, ook de kans dat Vlamingen sterven op een bepaalde leeftijd is afgenomen, zo blijkt uit de cijfers. In 2010 telde Vlaanderen 58.006 overlijdens, 153 meer dan in 2009 en 841 meer dan in 2008. "Het abolute aantal overlijdens is dan wel gestegen, maar minder dan in verhouding tot de veroudering van de bevolking verwacht kan worden", verklaart Vandeurzen de daling.

Wat wel steeg, is de levensverwachting. In 2010 bleek die voor een pasgeboren meisje gemiddeld 83,4 jaar, voor een jongen 78,6 jaar. Voor de Vlaamse man kwam er gemiddeld drie maanden bij per jaar, voor de Vlaamse vrouw twee maanden.

Uit het rapport van Vandeurzen blijkt wel dat kanker, hart- en vaatziekten en zelfdoding de belangrijkste doodsoorzaken blijven. Longkanker is voor mannen tussen 50 en 79 jaar de voornaamste doodsoorzaak. Voor vrouwen van 40 tot 69 jaar is dat borstkanker.

(belga)